.
 

Archieven> N°119 > @rtikel
article précédent image suivante

ICT bij diabetes

Op het Wereldcongres over Diabetes, georganiseerd in december in Dubaï door de International Federation for Diabetes (IDF) was een volledige sessie gewijd aan het belang van nieuwe technologieën (web, smartphone, informatica, ...) voor de educatie van de patiënt.

Het doorslaggevende belang van zelfcontrole bij diabetes hoeft niet meer te worden aangetoond. Virdi et al. (USA) hebben op het Wereldcongres van Diabetes (december 2011) de resultaten voorgesteld van een studie in de USA over de impact van dergelijke zelfcontrole (self-monitoring blood glucose, SMBG) op de therapietrouw van de patiënt en de evolutie van zijn geglycoliseerd hemoglobine. Zij namen 5.172 type 2 diabetespatiënten die geen insuline gebruikten op in een medische gegevensbank. Die waren tussen 18 en 63 jaar oud en waren met hun behandeling begonnen tussen januari 2004 en maart 2009. Deze patiënten dienden te worden ingeschreven in het register dat als bron diende sinds meer dan een jaar voor hun opname inde studie en ze moesten daarin blijven tot minstens een jaar na het einde van de studie. Hun HbA1c-concentratie diende te worden bepaald in de drie maanden voor hun opname in de studie en daarna te worden bepaald tot 4 tot 12 maanden na de referentiedatum. In heel die groep deed 53% van de patiënten aan zelfcontrole en 44% had een goede therapietrouw, die werd bepaald door het feit dat ze minstens 80% van hun medicatie gebruikten. Nu is gebleken dat het door zelfcontrole meer waarschijnlijk is dat patiënten hun behandeling goed volgen. Uit de analyse van de covariatie is ook gebleken dat er interacties bestaan tussen het dalen van het HbA1c, het toepassen van zelfcontrole en de therapietrouw aan de medicatie, welke dat ook is. Bij patiënten bijvoorbeeld die in het begin een HbA1c hadden van 9% daalde deze met 2,37% bij degene die zelfcontrole toepasten tegenover 2,08% bij degene die dat niet deden.

Zelfs onder insuline

Het voordeel van zelfcontrole doet zich ook merken bij type 2 diabetici die met insuline worden behandeld. Dat blijkt duidelijk uit de studie van Shah et al. (USA), met gerandomiseerde groepen patiënten uit 37 gezondheidinstellingen en drie medische centra. Die patiënten hadden een geglycoliseerd hemoglobine van minstens 7,5% op het ogenblik dat ze in de studie werden opgenomen. De zorgverstrekkers werden verdeeld in een interventiegroep en een controlegroep. Beide groepen kregen dezelfde vorming. Maar aan die van de interventiegroep werd daarenboven aangeleerd een glucoseprofiel te interpreteren in zeven punten en hun patiënten bepaalden zeven keer per dag glycemie gedurende de drie dagen voor het bezoek aan hun arts. Zij hadden de keuze voor het uitvoeren van hun behandeling.

Beide groepen (36 «interventie» en 30 «controles») vertoonden vergelijkbare demografische kenmerken. Na drie maanden was de daling in de eerste groep duidelijk meer uitgesproken dan in de tweede (- 0,96 vs – 0,19 %). Na correctie voor leeftijd, geslacht, BMI en andere mogelijke verwarrende factoren bleef het voordeel behouden voor de groep die regelmatige monitoring had toegepast.

Smartphone en internet

Er kunnen nog andere methoden worden gebruikt dankzij de nieuwe informatie- en communicatietechnologieën (ICT). Zo is er eerst de SMS, die ook is opgedoken in de diabetologie. Hussein (Barhain) heeft de SMS gebruikt om de communicatie te vergemakkelijken tussen het medisch team en de patiënten. Hij heeft een groep samengesteld van 34 opeenvolgende patiënten met type 2 diabetes die slecht onder controle was; de vrouwen uit de groep waren niet zwanger. De patiënten waren minsten 18 jaar en onder orale medicatie met of zonder insuline; ze kregen twee gsm-nummers, van de arts en van de begeleider, nadat ze door hen waren gezien. Ze konden zo hun arts of begeleider contacteren om een probleem op te lossen in verband met hun aandoening en de nodige maatregelen te nemen telkens dat nodig was tussen twee controlebezoeken in. Gemiddeld bereikten die patiënten een HbA1c-concentratie die 1,16% lager was dan die van de controlegroep. De meeste berichten vanwege de patiënten betroffen de concentraties van de glycemie die zij met zelfcontrole hadden gemeten. Daardoor konden de begeleiders aangepast advies geven. Shankhdhar et al. (Indië) zijn nog verder gegaan en konden op doorslaggevende manier binnen een jaar de kennis van de patiënten om hun diabetes dagelijks onder controle te houden verbeteren. Andere onderzoekers hebben dat gedaan met educatieve programma’s online.

Gecombineerde voordelen

Dat betekent dat self-monitoring, dat weliswaar al een echte vooruitgang is, nog kan versterkt worden als die wordt gecombineerd met informatietechnieken. Er bestaan nu informaticaprogramma’s waarin aan de patiënten rechtstreeks een aanpassing van de insulinedosis wordt voorgesteld in functie van hun individuele toestand van het ogenblik. De toestellen waarbij in een apparaat de zelfmeting en een informaticaprogramma voor het geven van adviezen aan patiënten gecombineerd zijn, cumuleren dus beide troeven. Uit studies zoals die van Bergenstael et al. waarin de klassieke toestellen werden vergeleken met de apparaten met een dubbele functie is de superioriteit van die laatste gebleken: de patiënten passen met dergelijke apparaten veel vaker de zelfmeting toe.

In een origineel educatieprogramma ontwikkeld in samenwerking met het IDF zijn er conversatiemogelijkheden waarbij de patiënten met hun begeleiders een dynamische groepsdiscussie kunnen ontwikkelen. Het gaat hier werkelijk om een educatie door gelijken in verband met situaties van het dagelijkse leven van de diabeticus onder vorm van panelen met beelden. De begeleiders krijgen een opleiding van 5 dagen en dienen ook zelf de methode te bestuderen. De Franse patiënten die aan dit experiment hebben deelgenomen hadden hier een zeer positieve mening over.

?

?

Dr Jean Andris

Referenties:

Avril C, Poisière J. A worldwide first : the «conversation maps» activities tool, adapted for peer-to-peer use. World Diabetes Congress (Dubai, 4-8 december 2012), abstract D-0876.

Bergenstael M., Bode BW, Tamler T et al. ACT: action with the Contour blood glucose meter and behaviours in frequent tests. Diabetes 2000; 59(suppl.1): abstract 2063 PO.

Husssein WI. Using SMS to improve clinical outcomes. World Diabetes Congress (Dubai, 4-8 december 2012), abstract 323.

Shah JH, Wendel CS, Fotieo GG et al. Structured SMBG with standard treatment improves glycemic control in insulin-treated type 2 diabetics. World Diabetes Congress (Dubai, 4-8 december 2012). Oral presentation, abstract O-0506.

Shankhdhar K, Shankhdhar LK, Shankhdhar U et al. Diabetes education through mobi-films: the shamadam system of diabetes education. World Diabetes Congress (Dubai, 4-8 december 2012), abstract 324.

Virdi N, Raja P, Daskiram M et al. Self-monitoring of blood glucose (SMBG), medication adherence and change in A1c in non-insulin using type 2 diabetes patients. World Diabetes Congress (Dubai, 4-8 december 2012). Oral presentation, abstract O-0507.


Google

Web
H&F.be
 

 

© Health and Food est une publication de Sciences Today - Tous droits réservés