Alfa-linoleenzuur is het « moedervetzuur » van de klasse van de omega-3. Dat bijzondere lipide is onontbeerlijk want het is het voornaamste substraat dat nodig is voor de aanmaak van langere en onverzadigde homologen dankzij de werking van twee soorten enzymen, de elongasen en de desaturasen. Ons lichaam kan dat vetzuur niet aanmaken en we moeten het dus via onze voeding aanbrengen. Naast het feit dat ALA essentieel is voor ons, heeft ook nog andere pijlen op zijn boog, zoals de capaciteit in te werken op een teveel aan cholesterol.
Het cholesterolverlagend effect van alfa-linoleenzuur is al langer bekend want Chan en medewerkers hebben reeds in 1991 aangetoond dat dit essentiële vetzuur even doeltreffend was als oleďne- en linoleďnzuur voor de verlaging van bloedcholesterol bij mensen zonder stoornis van de cholesterolemie.
In deze studie kregen acht mannen een op gebied van lipiden gevarieerde voeding gedurende 6 dagen en daarna volgde de experimentele fase gedurende 18 dagen. De deelnemers kregen daarin dezelfde voeding maar waarin 75% van de lipiden (ofwel 26% van de totale energieaanbreng) afkomstig was van de consumptie van zonnebloem-, olijf-, canola- en sojaolie. Daardoor wisselden de verhouding van ALA, LA en oleďnezuur. De totale cholesterolemie, de LDL, de VLDL en de serumconcentraties van de apolipoproteďnen werden genoteerd op verschillende tijdstippen.
Uit de resultaten van dit onderzoek bleek een significante daling van het totale cholesterol (-18%), van het LDL-cholesterol (-22%) en van de VLDL (-41%) na de interventieperiode in vergelijking met de controleperiodes. Bovendien waren de gemiddelde serumconcentraties van de apolipoproteďnen A-I en B significant geringer na de experimentele fase (- 9% en -19%, respectievelijk). De auteurs besloten dan ook dat alfa-linoleenzuur even doeltreffend was als oleďnezuur en linoleďnezruur om de bloedcholesterol te doen dalen.
In 2004 hebben Zhao et al. de resultaten van 1991 bevestigd in een studie bij mannen en vrouwen met hypercholesterolemie waarin zij de invloed hebben onderzocht van een voeding rijk aan alfa-linoleenzuur op de verschillende cardiovasculaire risicofactoren in vergelijking met een dieet rijk aan linoleďnzuur (LA) en een klassieke voeding.
Na analyse van de resultaten hebben de vorsers aangetoond dat er een significante daling was van het totale cholesterol en van de triglyceriden in de ALA- en LA-groepen en een daling van de LDL-cholesterol in vergelijking met de klassieke voeding. ALA lijkt het CV risico te doen dalen door de vaatontsteking af te remmen en door activering van de endotheelfunctie.
Alfa-linoleenzuur zou naast de werking op de bloedcholesterol ook een werking hebben op de cholesterol in de schuimcellen afgeleid van de macrofagen. Deze cellen worden gevormd in het beginstadium van de atheroomplaque. Dat hebben Zhang en medewerkers aangetoond in een studie in 2011.
In die studie hebben zij getracht het mechanisme aan te tonen via hetwelk ALA het stearoyl Coa desaturase 1 (SCD1) regelt, het beperkende enzym bij de aanmaak van mono-onverzadigde vetzuren of MUFAs. Die worden bij voorkeur ingebouwd in de triglyceriden, de fosfolipiden en de cholesterolesters, die overvloedig aanwezig zijn in de atheroomplaques. De auteurs hebben ook de effecten onderzocht van ALA op het opslaan van cholesterol in de schuimcellen. Kleine interfererende ARN’s (ARNsi, small interfering ARN), fragmenten van bijzondere RNA’s die genen kunnen stil maken door in te werken in het post-transcriptiestadium, werden ook gebruikt om de expressie van SCD1 te veranderen in de schuimcellen.
Tijdens het experiment hebben de onderzoekers vastgesteld dat met de combinatie van ARNsi en ALA via een cascade van reacties significant de expressie kon verminderd worden van het enzym SCD1 in de schuimcellen. Deze verminderde expressie ging gepaard met een verhoogde efflux van cholesterol en met een verminderde intracellulaire opslag ervan in de schuimcellen.
Gelijkaardige resultaten als met de studie van Zhang et al. werden reeds vroeger verkregen in 2010 door Salehipour en medewerkers. Die ontdekking zou een van de mechanismen kunnen zijn via hetwelk alfa-linoleenzuur in het bijzonder en de omega-3 vetzuren in het algemeen de atheroomplaque doen verminderen.
*EFSA. Opinion on the substantiation of health claims related to alpha-linolenic acid and maintenance of normal blood cholesterol concentrations (ID 493) and maintenance of normal blood pressure (ID 625) pursuant to Article 13(1) of Regulation (EC) No 1924/2006. EFSA Journal 2009; 7(9):1252
Referenties:
Chan J, Bruce V, Mc Donald B. Dietary alpha-linolenic acid is as effective as oleic acid
and linoleic acid in lowering blood cholesterol in normolipidemic men. Am J Clin Nutr 1991;53: 1230-4.
Salehipour M, Javadi E, Reza JZ et al. Polyunsatured fatty acids and modulation of cholesterol homeostasis in THP-1 macrophage-derived foam cells. Int J Mol Sci. 2010: 17; 11(11): 4660-72.
Zhang J, Kris-Etherton PM, Thompson JT et al. Alpha-linolenic acid increases cholesterol efflux in macrophage-derived foam cells by decreasing stearoyl CoA desaturase 1 expression: evidence for a farnesoid-X-receptor mechanism of action. J Nutr Biochem. Epub ahead of print, june 2011.
Zhao G, Etherton T, Martin K et al. Dietary alpha-linolenic acid reduces inflammatory and lipid cardiovascular risk factors in hypercholesterolemic men and women. J.Nutr. 2004; 134: 2991-7.