Eén ding is zeker: tenzij je kunt beschikken over lactosevrije melk, brengt lactose-intolerantie heel wat beperkingen met zich mee wat de dagelijkse voeding betreft. Kinderen en volwassenen die geen normale melk mogen consumeren, halen moeilijk de vereiste hoeveelheid calcium tenzij ze lactosevrije melk gebruiken.

Op het internationale voedingscongres, dat medio september heeft plaatsgevonden in Granada (Spanje), hebben Spaanse vorsers een studie daaromtrent gepresenteerd. Ze hebben de voeding van 505 kinderen onder wie 259 jongens van 8-13 jaar geanalyseerd. De eetgewoontes van die kinderen uit vijf verschillende Spaanse steden (La Coruña, Barcelona, Madrid, Sevilla en Valencia) werden afgeleid uit een dagboek dat ze gedurende drie dagen hadden bijgehouden. De kinderen moesten ook een vragenlijst invullen om na te gaan of ze eventueel bepaalde ziektes vertoonden. 1,39% van de onderzochte kinderen vertoonde lactose-intolerantie. Zoals te verwachten was, gebruikten zij minder zuivelproducten dan kinderen zonder lactose-intolerantie (1,42 ± 0,94 portie per dag versus 2,59 ± 0,94; p < 0,001). Kinderen met lactose-intolerantie aten dan vooral kaas en yoghurt, zelfs meer dan kinderen zonder lactose-intolerantie: 1,06 ± 0,69 vs. 0,90 ± 0,85 portie per dag, maar het verschil was niet statistisch significant. Er was evenmin een significant verschil in de inname van andere voedingsmiddelen tussen kinderen met en kinderen zonder lactose-intolerantie.

De melkconsumptie was lager bij de kinderen met lactose-intolerantie dan bij de andere (0,37 ± 0,61 vs. 1,19 ± 0,57 portie per dag). Vandaar dat ook de calciuminname lager was (635,1 ± 213,8 vs. 941,3 ± 221,7 mg/d; p < 0,001). Het percentage van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid dat die kinderen innamen, was ook lager (58,3 ± 25,5% vs. 85,6 ± 28,0%; p < 0,05). Het aantal kinderen waarbij de calciuminname lager was dan de hoeveelheid die door het Spaanse departement voor de voeding wordt aanbevolen, bedroeg 74,1% bij de gezonde kinderen en 100% bij de kinderen met lactose-intolerantie. Meer nog, 54,4% van de “normale” kinderen nam minder calcium in dan de geraamde gemiddelde behoefte. Bij de kinderen met lactose-intolerantie was dat 84,9%. De geraamde gemiddelde behoefte wordt verondersteld de behoeften te voldoen van 50% van de kinderen van die leeftijdsgroep en is gebaseerd op een literatuurreview.

Voor kinderen met lactose-intolerantie gelden dan ook specifieke aanbevelingen voor de consumptie van zuivelproducten. Daarbij moeten het type en de hoeveelheid worden gepreciseerd. De auteurs van de studie raden aan: kaas, yoghurt en lactosevrije melk. Ook moeten die kinderen met calcium verrijkte voedingswaren eten of calciumsupplementen innemen om de calciumbehoeften te dekken. Calcium is een mineraal dat immers zeer belangrijk is voor tal van functies waaronder de lengtegroei en de vorming van het botkapitaal.