.
 

Archieven> N°81 > artikel
<< previous next >>

Voedingsbeleid in België: behoefte voor meer duidelijkheid?

In België zien we een toename van de voedingsbeleidsmaatregelen, de acties van de voedselindustrie en de verschillende inlichtingen naar de verbruiker toe als doel de epidemie van zwaarlijvigheid te beperken die onze streken bedreigt. Het punt op de huidige situatie en de te overwegen mogelijkheden.

Door Magali Jacobs

" HEALTH & FOOD " nummer 81, Januari - Februari 2007

het artikel drukken

Tegenover de golf van overgewicht die onze streken overspoelt bevinden de overheid en alle actoren in de gezondheid zich in een nooit voordien geziene situatie. Iedereen werkt met het gemeenschappelijke doel om de stroom te keren door de meest verschillende middelen. Ook al is het waar dat we het probleem van overgewicht op verschillende fronten moeten aanpakken, maar dreigt het publiek niet het hoofd te verliezen onder deze informatiestroom? Het congres Food in Action, dat onlangs in Genval werd gehouden, heeft de standpunten van de beleidsmaatregelen, van de industrie en van onderzoekers over de promotie van betere voedselgewoonten, de revue laten passeren waarbij de nadruk werd gelegd op de al geleverde en nog te leveren inspanningen.

Gemeenschappelijk beleid, verschillende acties

In ons land staan niet minder dan 45 % en 34 % van de overlijdens respectievelijk sterk en matig in verband met de voeding. Slechts 21 % van de overlijdens heeft dus geen enkel verband met de voeding. Genoeg stof tot nadenken voor de overheid... Men heeft deze laatste jaren verschillende projecten zien ontstaan om een gezondere voeding evenals een voldoende niveau van fysieke activiteit te bevorderen. Deze projecten hebben weliswaar een gemeenschappelijk doel maar vertrekken vanuit verschillende niveau's en de toepassing ervan is zeer verschillend. Sommige zijn een initiatief van de overheid (onder andere ons Nationaal Plan van de Belgische Voeding en Gezondheid), en andere vloeien voort uit plaatselijke initiatieven. De jongeren zijn een in het bijzonder beoogd publiek met een evident preventiedoel. Bovendien gaat het om een gemakkelijk toegankelijk publiek via de scholen. Maar ook al is het bevorderen van sportbeoefening en een gezonde voeding op school een goede zaak, toch weten we dat de hoofdzaak van de voedingsgewoonten zich in de familie afspeelt en acties op dit niveau zouden eveneens zeer welkom zijn.

De industrie voegt een korrel zout toe

Het idee om de verantwoordelijken van de voedselindustrie bewust te maken van hun sleutelrol bij de keuzen van de verbruikers is niet nieuw en schijnt resultaat op te leveren. Beetje bij beetje zien we dat verschillende initiatieven door deze actoren worden genomen. Een eerste nadruk wordt op de voedingsetikettering gelegd. Deze zou een kostbare bron van voedingsinformatie moeten vormen opdat de verbruiker zijn keus kan maken. Maar onderzoeken hebben aangetoond dat de consument zich niet altijd met de etikettering een weg ... als hij al de moeite neemt om er oogopslag op te werpen! Er worden dan ook initiatieven genomen om het formaat van de etikettering op Europees niveau uniform te maken en te vereenvoudigen. Bovendien doet het plaatsen van logo's op de verpakking waarop een voedingstroef of ?het evenwichtige" karakter van het product, eveneens zijn intrede. Het doel voor de voedselindustrie, legt Nele Van Malderen (Unilever) uit, is de gezonde voedingsmiddelen toegankelijker te maken voor de verbruiker. Bepaalde grote distributieondernemingen werken eveneens aan zo objectief mogelijke voedingscriteria om over het voedingsbelang van de levensmiddelen te kunnen oordelen die zij op de markt brengen. Op min of meer korte termijn is het toegezegde doel het aandeel van gezonde producten in productenaanbod te verhogen, met name door de voedingssamenstelling van deze voedingswaren in gunstige zin te wijzigen. Ook al heeft deze maatregel een zeker commercieel belang (de gezonde waren verkopen beter), toch is dergelijke maatregel niet alleen de afspiegeling van een ideologie ter promotie van de gezondheid is, maar zou heilzaam kunnen blijken voor de verbruiker, op voorwaarde natuurlijk dat het financiële gevolg voor de voedselbegroting niet te uitgesproken is.

De verbruiker bereiken

Op de vraag om te weten welk soort informatie dient overgebracht benadrukt Lea Maes (Universiteit van Gent) het belang om de informatie die naar de beoogde personen wordt overgebracht, zoveel mogelijk te verpersoonlijken. Immers is aangetoond dat als iemand waarneemt dat een bepaalde informatie van toepassing kan zijn op zijn bijzondere geval die diepgaander zal inwerken. Nochtans beantwoordt de implementering van een informatie op maat nog niet aan alle verwachtingen. Zoals Jan Vinck (Universiteit van Gent) onderstreept, leidt een verhoogde kennis van iemand slechts zelden tot een gedragsverandering. Op dezelfde manier boezemen dreigende berichten over de kwalijke gevolgen van een onevenwichtige voeding angst in en bevorderen het invoeren van verdedigingsprocessen, maar doen het gedrag niet veranderen. Volgens Jan Vinck hebben twee verschillende strategieën een kans om te slagen. De eerste bestaat uit een verandering van de omgeving teneinde ervoor te zorgen dat het gewenste gedrag vanzelf ontstaat en het minste inspanning van de verbruiker vergt. Vervolgens is het nodig om de persoonlijke pogingen tot verandering te ondersteunen die op initiatief van de betrokken persoon worden ondernomen. Daarvoor dient men niet alleen informatie te verstrekken over het nut van een verandering maar de persoon ook laten beslissen of hij zich ertoe verbindt om te veranderen en wanneer hij dat zal doen. Immers een gedrag verandert niet zo gemakkelijk. Elke gedragswijziging is de vrucht van een proces van bewustwording van de ontoereikendheid van het gedrag in kwestie, vereist alvorens tot de actie over te gaan.

De acties kanaliseren

Men heeft gezien dat de acties die van de verschillende actoren in de gezondheidsector uitgaan uiterst verschillend zijn. De responsabilisering van de commerciële marktleiders om de kwaliteit van de levensmiddelen te verbeteren is lofwaardig, maar men kan slechts op de noodzaak wijzen om samenhangende criteria van voedingskwaliteit op te stellen gezien de nationale voedingsaanbevelingen maar ook gezien de voedselgebruiken van de bevolking. Bovendien zouden deze criteria op ideale wijze tussen de verschillende actoren gedeeld moeten worden. Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan in een land waar reeds twee verschillende visuele hulpmiddelen gelijktijdig voorkomen (de voedingspiramide voor het Franstalige deel van het land, en de voedingsdriehoek voor het Vlaamse deel)! De mogelijkheid van een informatie op de plaats van de aankopen, in de supermarkt, werd voorgesteld om bij de ouders en gezinnen zonder kinderen de aanbevelingen over evenwichtige voeding op school aan te vullen. Bovendien hebben actoren van het grote distributienetwerk eveneens het idee voorgesteld om het verbruik van de producten aan de basis van de voedingspiramide te bevorderen teneinde de betrokken producten terug te zetten in het model van een evenwichtige voeding. Er is dus zeker geen gebrek aan ideeën,maar het komt erop aan niet de samenhang van de verschillende informaties voor de verbruiker uit het oog te verliezen!

Magali Jacobs, Diëtiste

Referenties
Food in Action. Voedingsbeleid in België. 15 december 2006,

hoog van bladzijde

<< previous

Google

Web
H&F.be
 

 

© Health and Food est une publication de Sciences Today - Tous droits réservés