" HEALTH & FOOD " nummer 90, Zomer 2008
|
Uit de Belgische Voedselconsumptiepeiling, uitgevoerd in 2004, leren we dat 44 % van de volwassen bevolking met overgewicht te kampen heeft, 31 % met een relatief hoog overgewicht maar niet obees en 13 % is zwaarlijvig. Voor kinderen wisselen, afhankelijk van de regio en leeftijd, de gegevens aangaande overgewicht. Bij hen schommelt de prevalentie tussen 11 en bijna 20 %. Wat zeer verontrustend is, is de snelheid waarmee overgewicht bij kinderen toeneemt. In de loop van de laatste 20 jaar is de prevalentie verdubbeld en de stijging neemt jaar na jaar toe. De enige manier om overgewicht te bekampen is een radicale wijziging van de levensstijl.
Een complex probleem
De behandeling van obesitas vereist tegelijk een globale en een geïndividualiseerde aanpak, toegespitst op de levensstijl en de omgeving van het individu. In een poging om de diverse omgevingsfactoren betrokken bij overgewicht te evalueren (zoals voeding, gebruik van auto of lift, urbanisatie, ed.), kon een Zweeds onderzoeksteam niet tot een finaal besluit komen. De problematiek is hiervoor te complex. Er moet ook rekening gehouden worden met recente ontwikkelingen die suggereren dat naast de klassieke benadering ‘aangebrachte energie versus verbruikte energie’ vermoedelijk ook andere factoren een rol spelen. Zo toont recent onderzoek aan dat er een omgekeerd verband bestaat tussen de uren slaap en obesiteit. Het is geweten dat de aanmaak van het neuropeptide Y door het abdominaal vet de voedselinname stimuleert en het aantal adipeuze cellen doet toenemen. Dit impliceert dat de mobilisatie van het abdominaal vet en de preventie van de toename ervan moet aangepakt worden.
Belovend en overtuigd
Ter preventie van overgewicht werd in 2007 in twee pilootsteden (Hasselt en Moeskroen) het project VIASANO gelanceerd. De belangrijkste doelstelling is het voedings- en leefgedrag (meer fysieke activiteit) aan te pakken om zo tot een gezondere levensstijl te komen. De nationaal coördinerende cel, bijgestaan door een nationale comité van experten, stelt hiervoor aan de deelnemende steden een arsenaal van communicatie- en begeleidingsmateraal ter beschikking. Het materiaal is strategisch en thematisch opgesteld. Hiermee zetten de VIASANO-steden acties op touw voor hun inwoners. Ze doen dit door informatieve folders te verspreiden gekoppeld aan de vooropgestelde thema’s. Sinds de lancering van het project werden reeds diverse activiteiten georganiseerd zoals de Veertiendaagse van VIASANO te Moeskroen en de Maand van de Gezondheid te Hasselt. Hierbij werden tal van animaties met betrekking tot voeding en fysieke activiteit georganiseerd. Ook twee semestriële campagnes werden georganiseerd: ‘beter eten en meer bewegen’. Omdat de lokale overheden ervan overtuigd zijn dat ze betrokken worden bij het dagdagelijks doen en laten van hun inwoners, menen ze een invloed te kunnen uitoefenen op de preventie van obesiteit en het cardiovasculair risico. Dit verklaart het enthousiasme voor het VIASANO-project. Het vertaalt zich overigens in een mogelijke uitbreiding van het project naar zes nieuwe steden: in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest de gemeente Jette; de steden Marche-en-Famenne en uit het Duitstalig landsgedeelte de steden Eurpen, Lontzen, La Calamine en Raeren. Contacten met andere steden, verspreid over het ganse land, zijn in onderhandeling. Het succes van dit programma werd mogelijk gemaakt dank zij het dynamisme van de lokale autoriteiten en eveneens dank zij de financiële steun van de drie stichtende leden van het project: het Unilever Health Institute, Ferrero en de Internationale Stichting Carrefour.
De Redactie
Referenties
Informatie verkregen op de persconferentie te Brussel op 10 juni 2008, VIASANO: een stand van zaken.
Cappuccio FP, Taggart FM, Kandala NB et al. Sleep. 2008; 31: 619 - 26
Schäfer Elinder L, Jansson M. Public Health Nutr. 2008; 23:1-9.
Yang K, Guan H, Arany E et al.. FASEB J. 2008 Mar 7. [Epub ahead of print]
|